vrijdag 28 mei 2010

WO tijdens mijn stageweek.

Daar mijn moeder ransuilen in haar tuin had, wilde ik de kinderen uit de tweede klas van mijn stageschool meer over de uil vertellen.

De kinderen mochten van alles meenemen over uilen gedurende de week: afbeeldingen, beeldjes, boeken, films (eventueel van internet)...

In principe hoefden ze nog niets te weten over de uilen. Ik wilde d.m.v onderwijsleergesprek ze nieuwsgierig maken naar deze soorten vogels.
Ik heb vragen gesteld zoals:
- Wie heeft er wel eens een uil gezien? ( Iedereen had wel een gepast verhaal voor me),
- Wie kan er iets over een uil vertellen? ( meneer de uil van Fabeltjesland was erg bekend),
- Zijn alle uilen hetzelfde? ( deze vraag lag al wat moeilijker),
- Wonen er uilen in Nederland en België? ( iemand wist te vertellen dat er uilen bij de ENCI-groeven waren bij de St. Pietersberg , dit vond ik erg knap! ),
- Waarom zie je bijna nooit uilen? ( iemand kon vertellen dat ze s'nachts wakker waren).


Ik vond het fijn dat de kinderen al mee konden praten over mijn thema. Ze hadden al thuis van hun ouders allerlei vragen beantwoord gekregen...

Daar de klas erg onrustig kan zijn, vond ik het een uitdaging om hoekenwerk als werkvorm te gebruiken. Ik moest alert zijn op bepaalde kinderen bij hun samenwerking.

Ik had geen idee of mijn thema bij hun interesseveld aansloot, maar ik wilde ze nieuwsgierig maken naar de natuur. Ik wilde dat, als ze de bossen in zouden gaan met vrienden of familie, ze van alles konden vertellen over de uilen.

Ik wilde niet aansluiten bij de dagelijkse computerspellen, gameboys, nintendo's...
Ik stond versteld dat bijna de hele klas al uilen had gezien bij het GAYApark in Landgraaf.

Mijn doel was om de leerlingen het leven van de uil uit te leggen, ik wilde dat ze respect konden tonen voor deze dieren daar ze beschermd zijn.

Met mijn doelen correct te formuleren ben ik de mist ingegaan. Mijn doel was:
De leerlingen kunnen dmv ontdekken meer te weten komen over het leven van de uil.
Dit doel was niet specifiek genoeg en niet meetbaar.
Volgens het leerplan Wereldoriëntatie is het:
7.4: Kinderen ontdekken in hun omgeving een aantal levensgeenschappen of biotopen.

Dit merkte ik op bij de evaluatie. Ik evalueerde het hoekenwerk! Wat vonden jullie leuk? Wat minder?
Mijn doel had moeten zijn:
- De leerlingen kunnen 3 soorten Europese uilen benoemen. (Dit had ik leerlingen rechtstreeks kunnen vragen!)
of
- De leerlingen kunnen zelfstandig aan de slag bij hoekenwerk.

De inhoud van mijn powerpoint presentatie ging vooral over de Europese soorten, ( van ieder soort: bosuil, kerkuil, steenuil, ransuil, sneeuwuil, oehoe, had ik een mooie foto en een foto van hun kuikens!)

voeding ( incl. foto van braakbal), de jacht, hun slaap, hun woonplaats, gezegdes omtrent de uil ( een uiltje knappen, een uilskuiken, een wijze uil), en menner de Uil uit de Fabeltjeskrant maakte een eind aan mijn presentatie door zijn welbekend knipoog...

De kinderen waren erg verbaasd toen ze hoorden dat de ransuil met groepen van 100 exemplaren samen rusten.

Ook de sneeuwuil "Hedwig" uit Harry Potter was erg bekend.
Om de spanwijdte van de Oehoe te ervaren, had ik een stuk touw van 1m70 bij me.
Ik vroeg of de leerlingen me 1m70 konden laten zien. En verder dan 1meter kwamen ze niet.

Ik heb een leerling gevraagd om het uiteinde van het touw te pakken, en zo hebben we het touw uitgerold. Ze keken angstig naar me. "Ja, ga er maar vanuit dat je gaat bukken als er zo'n grote Oehoe eraan komt!" zei ik...




Als bronnen had ik de Bibliotheek, de mediatheek, internet ( School TV: beeldbank), het leerplan, de tuin van mijn moeder, het CNME ( Centrum voor Natuur en Milieu Educatie Maastricht ): deze hebben hele koffers vol materialen voor spreekbeurten, folders, boeken....die je kunt lenen.
Ik heb de 3H's gebruikt bij de leermiddelen: handen, hart en hoofd.
Ook wilde ik uitgaan van de verschillende intelligenties:
verbaal (kringgesprek),
ruimtelijk (collage),
lichamelijk (ontleden van braakballen),
muzikaal (liedje uitvoeren),
naturalistisch ( rangschikken van de botten, huid en schedels van spitsmuizen, veldmuizen of koolmeesje),
sociaal gericht ( werken in groepjes),
zelfkennis ( initiatief tonen)
mathematisch (rubriceren)

Bij groep 1: Daar er 5 pc's in de klas staan, had ik 5 verschillende films uitgezocht op internet waarbij ik bij iedere film een kernvraag had: Wat eet de uil? Welke kleur ogen heeft deze uil? Hoe pakt hij zijn prooi? Hoeveel foto's van uilen tel je? Welke woorden komen in je op als je deze film ziet en naar de muziek luister?

Daar een computer op het smartboard stond aangesloten, kon je de hele les uilen zien vliegen op het grote scherm. Er heerstte een bepaalde rust, vrijheid, kalme muziek kon je horen...

Bij de tweede groep mochten ze gaan knutselen:
D.m.v. lijm, verschillende kleuren wol, schaar, prikpen, kleuren konden ze een papieren uil versieren.

Bij de derde groep had ik 5 prentenboeken van uilen gelegd. De kinderen moesten een ervan uitkiezen en er een samenvatting van maken.

Bij de vierde groep moesten ze een liedje uitzoeken en deze op zo'n originele mogelijke manier uitvoeren. Ze mochten kiezen uit: Ik zag twee uilen, heel hard huilen, Oh, dat was een wonder..., De uil zat in Olmen bij het vallen van de nacht... en Hallo, meneer de Uil.


De laatste hoek was de braakballen ontleden.






Doordat ik tijdens het groepswerk rondliep, had ik de tijd om individuele begeleiding te bieden.

Ondanks ik mijn doelen verkeerd had gebruikt was het toch een krachtige leeromgeving.

Mijn enthousiasme en positieve benadering heeft zeker bijgedragen aan een leuke sfeer binnen de klas. De ouders kwamen de hoeken bewonderen tijdens mijn laatste stagedag.

Als evaluatie ben ik de groepjes een voor een nagelopen en heb ik geluisterd naar wat ze wel of niet fijn vonden.

Eigenlijk vonden ze alles leuk. Ik dacht eerst dat het knutselwerk te gemakkelijk zou zijn, maar daar kwamen hele kunstwerken uit!!!

Ik was wel blij dat de juffrouw meehielp. 25 kinderen alleen coachen op verschillende plaasten is niet zo evident.

Een computer liep steeds vast, waardoor ik soms genoodzaakt was om 2 leerlingen achter 1 pc te zetten. De liedjes werden in de gang geoefend, waardoor ik steeds even moest checken of alles ok was. Vaak wilden de meisjes andere liedjes dan de jongens zingen! Maar ze konden toch gezamenlijk een liedje ten gehoren brengen, wel vaak met verschillende melodieën.

Al met al heb ik erg geleerd van hoekenwerk. Het eistte veel voorbereiding, maar ik genoot om tussen hard werkende kinderen te lopen als juf!!!!

leerwens paddenoverzetten.

Daar ik niet precies het verschil wist tussen een pad en een kikker, leek het me wel leuk om deel te nemen aan het overzetten van padden in ons dorp.
Daar kon ik de verschillen met eigen ogen zien.
Als materiaal hadden we emmers, handschoenen en schepjes bij.
Mijn leerplandoel zou zijn: 3 verschillen kunnen opnoemen tussen een pad en een kikker.
Volgens mijn leerplan is het:
7.3 Kinderen ontdekken in hun omgeving een aantal levensgemeenschappen of biotopen.

Doordat ik twee padden van dichtbij heb kunnen zien, en eventueel kon aanraken zag ik al meteen de droge wratterige huid en hun lompe lichaamsbouw. Ik merkte op dat de padden uit de emmer wilde lopen, en geen aanstalten deden om te springen.
Myra vertelde ook dat padden hun eieren in een rij leggen, terwijl kikkers dat in een groep doen. Maar dit kon ik niet vaststellen op dat moment.

Ik stond vooral versteld van de grootte en dikte van de beesten, ik durfde ze zelfs eerst niet op te pakken. Maar als mama van 5 kinderen moet je af en toe wel stoer zijn.....

Daar we maar twee padden konden vinden, hebben we op internet nog meerdere afbeeldingen gezien van kikkers en padden.

maandag 24 mei 2010

reactie WOblog

Ik begrijp wat u bedoelt.
Daar de meivakantie net afgelopen is in Nederland ben ik laat met mijn stageweek begonnen. Aanstaande woensdag maak ik de laastste en dan zal ik verwoorden wat ik met dit verhaal wilde bereiken.
Door deze stageweek worden mijn lesvoorbereidingen ook duidelijker.
Ik heb nogal wat moeite om alles goed op papier te zetten.
Elise